Bevoegdheid
Juridische context
Overeenkomstig artikel 177 van het decreet lokaal bestuur staat de financieel directeur in volledige onafhankelijkheid in voor de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole van de beslissingen van de gemeente en van het OCMW met budgettaire en financiële impact, overeenkomstig de voorwaarden vermeld in artikel 266 en 267 van het decreet lokaal bestuur.
Artikel 266 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de voorgenomen financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom zijn onderworpen aan een voorafgaand visum, voordat enige verbintenis kan worden aangegaan.
De financieel directeur onderzoekt de wettigheid en regelmatigheid van die voorgenomen verbintenissen in het kader van zijn opdracht. Hij verleent zijn visum, als uit dat onderzoek de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenis blijkt. Hij kan voorwaarden koppelen aan zijn visum. Als de financieel directeur weigert zijn visum te verlenen, of als hij er voorwaarden aan koppelt, motiveert hij dat.
De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt, na advies van de financieel directeur, de nadere voorwaarden waaronder de financieel directeur deze wettigheids- en regelmatigheidscontrole uitoefent. De raad voor maatschappelijk welzijn kan binnen de perken die vastgelegd zijn door de Vlaamse Regering, en na advies van de financieel directeur, bepaalde categorieën van verrichtingen uitsluiten van de visumverplichting.
Conform artikel 99 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen kunnen de volgende categorieën van verrichtingen evenwel niet worden uitgesloten van de visumverplichting:
1. de aanstelling van statutaire personeelsleden;
2. de aanstelling van contractuele personeelsleden voor onbepaalde duur;
3. de aanstelling van contractuele personeelsleden voor een periode van één jaar of meer met uitzondering van:
Bij opeenvolgende contracten voor de aanstelling van contractuele personeelsleden voor dezelfde functie wordt de totale duur in aanmerking genomen.
4. de verbintenissen waarvan het bedrag hoger is dan 50.000 euro;
5. de verbintenissen die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar en waarvan het jaarlijkse bedrag hoger is dan 25.000 euro;
6. de investeringssubsidies waarvan het bedrag hoger is dan 10.000 euro.
Het vast bureau kan op eigen verantwoordelijkheid viseren indien de financieel directeur weigert om een visum te verlenen aan een voorgenomen verbintenis. In dat geval brengt het vast bureau de gemotiveerde beslissing van de financieel directeur, samen met zijn eigen beslissing, ter kennis van de raad voor maatschappelijk welzijn. De verbintenis kan evenwel pas worden aangegaan nadat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft kunnen kennisnemen van die beslissing van het vast bureau.
Teneinde te voorzien in een efficiënte werking en in de nodige risicobeheersing, dient een voorafgaand visum aan de financieel directeur te worden gevraagd voor de volgende verrichtingen:
1. de aanstelling van statutaire personeelsleden;
2. de aanstelling van contractuele personeelsleden voor onbepaalde duur;
3. de aanstelling van contractuele personeelsleden voor een periode van één jaar of meer met uitzondering van:
Voor de berekening of de periode van één jaar of meer overschreden is, worden de opeenvolgende contracten van een contractueel personeelslid voor dezelfde functie samengeteld
4. de verbintenissen waarvan het bedrag hoger is dan 10.000 euro, exclusief btw;
5. de verbintenissen die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar en waarvan het jaarlijkse bedrag hoger is dan 2.500 euro, exclusief btw;
6. de investeringssubsidies;
7. het afsluiten van nominatieve subsidie-overeenkomsten;
8. de toekenning van individuele subsidies op basis van een subsidiereglement vanaf 5.000 euro;
9. alle wijzigingen aan bestaande overheidsopdrachten, met uitzondering van overheidsopdrachten die binnen het vastgelegde budget van het oorspronkelijk visum vallen.
Voor de volgende verrichtingen moet een financieel advies worden gevraagd aan de financieel directeur:
Het organisatiebeheersingssysteem bepaalt de voorwaarden die gelden om advies te kunnen vragen aan de financieel directeur over de wettigheid en regelmatigheid van verrichtingen die van de visumverplichting zijn uitgesloten.
Het verschil tussen een financieel visum en een financieel advies is relevant in die zin dat bij een negatief visum, het vast bureau de uitgave wel zelf kan viseren, maar de verbintenis kan pas door het OCMW worden aangegaan nadat de raad voor maatschappelijk welzijn kennis heeft kunnen nemen van de beslissing van het vast bureau. Bij een negatief financieel advies van de financieel directeur, kan het vast bureau evenwel altijd beslissen dit naast zich neer te leggen.
Artikel 1: Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 31 januari 2019 houdende de vaststelling en de voorwaarden waaronder het voorafgaand visum wordt toegepast, wordt opgeheven.
Artikel 2: De raad voor maatschappelijk welzijn stelt het reglement inzake de visumplicht vast als volgt:
Reglement visumplicht
Artikel 1: De voorgenomen financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom zijn onderworpen aan een voorafgaand visum, voordat enige verbintenis kan worden aangegaan. De financieel directeur onderzoekt de wettigheid en regelmatigheid van die voorgenomen verbintenissen in het kader van zijn opdracht. Hij verleent zijn visum, als uit dat onderzoek de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenis blijkt. Hij kan voorwaarden koppelen aan zijn visum. Als de financieel directeur weigert zijn visum te verlenen, of als hij er voorwaarden aan koppelt, motiveert hij dat.
Artikel 2: Voor de volgende verrichtingen moet een voorafgaand visum worden gevraagd aan de financieel directeur:
1. de aanstelling van statutaire personeelsleden;
2. de aanstelling van contractuele personeelsleden voor onbepaalde duur;
3. de aanstelling van contractuele personeelsleden voor een periode van één jaar of meer met uitzondering van:
Voor de berekening of de periode van één jaar of meer overschreden is, worden de opeenvolgende contracten van een contractueel personeelslid voor dezelfde functie samengeteld
4. de verbintenissen waarvan het bedrag hoger is dan 10.000 euro, exclusief btw;
5. de verbintenissen die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar en waarvan het jaarlijkse bedrag hoger is dan 2.500 euro, exclusief btw;
6. de investeringssubsidies;
7. het afsluiten van nominatieve subsidie-overeenkomsten;
8. de toekenning van individuele subsidies op basis van een subsidiereglement vanaf 5.000 euro;
9. alle wijzigingen aan bestaande overheidsopdrachten, met uitzondering van overheidsopdrachten die binnen het vastgelegde budget van het oorspronkelijk visum vallen.
Artikel 3: Het vast bureau kan op eigen verantwoordelijkheid viseren indien de financieel directeur weigert om een visum te verlenen aan een voorgenomen verbintenis. In dat geval brengt het vast bureau de gemotiveerde beslissing van de financieel directeur, samen met zijn eigen beslissing, ter kennis van de raad voor maatschappelijk welzijn. De verbintenis kan evenwel pas worden aangegaan nadat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft kunnen kennisnemen van die beslissing van het vast bureau.
Artikel 4: Voor de volgende verrichtingen moet een financieel advies worden gevraagd aan de financieel directeur :
Artikel 5: Ingeval van een negatief financieel advies van de financieel directeur, kan het vast bureau beslissen dit advies naast zich neer te leggen.